Op basis van de tot nu toe genoemde overwegingen lijkt een logische oplossing voor het kankerprobleem voort te komen uit de wereld der schimmels, waartegen op dit moment geen nuttig middel bestaat behalve, naar mijn mening, natriumbicarbonaat. De middelen tegen schimmel die nu in de handel zijn, zijn namelijk niet geschikt om in de massa’s door te dringen (misschien met uitzondering van de eerste toedieningen van azol-antimycotica of van amfotericine B via parenterale toediening), omdat deze zijn ontwikkeld om slechts te werken op een gelaagd niveau van het epitheliale type. Ze kunnen dus geen invloed uitoefenen op grote myceliumaggregaten die voor het merendeel worden gemaskeerd door de bindweefselreactie die ze probeert te bedwingen.
Bovendien zijn schimmels in staat om snel hun eigen genetische structuur te muteren. Na een eerste fase van gevoeligheid voor antimycotica kunnen ze deze binnen korte tijd codificeren en metaboliseren zonder er verder schadelijke invloed van te ondervinden; paradoxaal genoeg kunnen ze zelfs profiteren van de grote toxische kracht ervan ten opzichte van het organisme.
Dit gebeurt bijvoorbeeld bij het invasieve prostaatcarcinoom met bekkenstijfheid, waarbij een behandeling met antimycotica wordt uitgevoerd die, vooral in de eerste fase van toediening, erg effectief is op symptomatologisch vlak, maar in de loop der tijd zijn doeltreffendheid steeds meer verliest.
Natriumbicarbonaat beschikt daarentegen over een zeer grote verspreidbaarheid en heeft niet de structurele complexiteit die schimmels gemakkelijk kunnen codificeren. Het behoudt lange tijd het eigen vermogen van penetratie in de massa’s, ook en vooral vanwege de snelheid waarmee het deze uiteen doet vallen zodat ze zich er niet zodanig aan kunnen aanpassen dat ze zich ertegen kunnen beschermen. Bij een behandeling met bicarbonaat moet dus meteen worden begonnen met hoge doseringen, op constante wijze, in cycli en zonder onderbreking met een vernietigende werking die van begin tot einde zonder onderbreking plaats dient te vinden gedurende ten minste 7 tot 8 dagen voor een eerste cyclus. Hierbij moet in gedachten worden gehouden dat een massa van 2 tot 4 centimeter consistent kleiner begint te worden vanaf de derde tot vierde dag en vanaf de vierde tot vijfde dag bezwijkt.
Doorgaans ligt de maximale dosering die in één sessie kan worden gebruikt rond 500 cc natriumbicarbonaatoplossing van 5%, waarbij de dosis met 20% kan worden verhoogd of verlaagd al naar gelang de lijvigheid van de te behandelen persoon en bij aanwezigheid van meervoudige haarden waarover een grotere hoeveelheid zouten moet worden verdeeld.
Hierbij moet worden benadrukt dat de aangegeven doses, omdat ze onschadelijk zijn, eveneens zonder problemen al ruim 30 jaar lang gebruikt worden voor een groot aantal andere aandoeningen, zoals:
1. Ernstige diabetische keto-acidose.
2. Cardio-pulmonale reanimatie
3. Zwangerschap
4. Hemodialyse
5. Peritoneale dialyse
6. Farmacologische toxicose
7. Hepatopathie
8. Vaatchirurgische ingrepen