PROSTAATTUMOR

printvriendelijke versie

 

Als er geen chirurgische ingreep heeft plaatsgevonden, kan er in eerste instantie geprobeerd worden om het neoplasma te behandelen door een katheter in de urinebuis aan te brengen zodat de zoutoplossingen zich via de buizen kunnen verspreiden in de prostaatkwabben. Dit kan eventueel worden gecombineerd met periglandulaire infiltraties die transrectaal kunnen worden uitgevoerd met behulp van zeer lange naalden, zoals naalden die worden gebruikt voor een vruchtwaterpunctie.

Daar waar de massa niet adequaat kan worden behandeld, of bij aanwezigheid van postchirurgische recidieven, is de rechtstreekse toediening van natriumbicarbonaat, die moet worden herhaald in cycli van zes tot acht dagen per maand, in de schaamslagader doorgaans bijzonder doeltreffend.

Indien er sprake is van een bijkomende invasie van de bekkenholte kan hetzelfde behandelschema worden gebruikt als bij buikvliescarcinomatose, dat wil zeggen met behulp van een katheter die in de buik, vlak bij de massa wordt aangebracht.

Voor eventuele botmetastasen is echter een totaal andere therapeutische aanpak vereist die afhangt van het aantal en de plaats van de laesies.Als het er niet veel zijn, is het goed om voor elk daarvan een gerichte bestralingscyclus te programmeren die echter wordt ondersteund door de toediening van infusies van 500 cc natriumbicarbonaat na elke sessie, met het doel om een verdere ontkieming en verspreiding van de schimmelcellen tegen te gaan.

Elke behandeling met fysieke middelen die neoplastische materie vernietigt, brengt namelijk de gelijktijdige vernietiging van een deel van de weefsels van de gastheer met zich mee. En het is juist deze celsterfte die als lokaas en reddingsboei dient voor de schimmelcellen die weten te overleven door zich te voeden met de weefsels in ontbinding.

Om deze reden mislukken radiotherapie, lasertherapie of thermoablatie meestal, omdat ze rondom het behandelde gebied celeenheden achterlaten die in staat zijn om na beëindiging van de behandeling de proliferatie sterk te hervatten. Hier ben ik van overtuigd, omdat ik het gedrag van schimmelkoloniën uitgebreid heb bestudeerd, vooral in de eerste jaren waarin ik mijn behandelmethode toepaste. Bij epitheeltumoren heb ik soms ook geprobeerd om deze weg te branden met gloeiend hete ijzeren instrumenten die veel groter waren dan hun afmetingen. Dat was zinloos; 10 tot 20 minuten na de behandeling vond ik de schimmelcellen terug aan de rand van de brandwond en deze waren sterker dan ooit.

In dit geval kunnen door het aanbrengen van een percutane katheter in de betreffende urinebuis, oftewel een nefrostomie, de massa’s worden bereikt en vernietigd die aan de werking van het natriumcarbonaat waren ontkomen.

Blaastumoren zijn erg gevoelig voor de werking van natriumbicarbonaat en er is hierbij vrijwel altijd sprake van regressie van de massa’s.

terug naar de beginpagina